De tijd van de jaarverslagen is weer aangebroken. In toenemende mate ook die van de duurzaamheidsverslagen. Feiten en cijfers worden in dikke rapporten door een groeiend aantal (met name grotere) bedrijven gepresenteerd, aangekleed met infographics, foto’s, en hyperlinks. Maar wie leest deze rapporten? Bieden ze waar de ontvanger naar op zoek is? En wie kent het echte verhaal van deze bedrijven?
Hoe inspirerend kan het zijn om mensen uit verschillende bedrijven op hun werkplek te ontmoeten en van hen zelf te horen hoe zij, binnen hun eigen branche, bezig zijn met het anders inrichten van hun bedrijfsstrategie. Hoe zij zich vanuit hun idealen richten op nieuwe markten en business modellen, gericht op winst voor mens, milieu en maatschappij. Hun rapportages (voor zover aanwezig) zijn nuttig, maar hun verhalen zijn het waard om te worden doorverteld.
INTERFACE: DUURZAAMHEID ALS SLIMME BUSINESS CASE
“It’s not just the right thing to do, it’s the smart thing to do.”– Ray Anderson
Zo maakte ik onlangs kennis met een mij onbekende industrie, die van de tapijttegels. In Scherpenzeel stond ik in de kleurrijk beklede omgeving van ’s werelds grootste tapijttegelfabrikant Interface, die sinds jaar en dag op de wereldranglijst van meest duurzame organisaties staat. In 1994 startte Interface, onder leiding van de inmiddels overleden Ray Anderson, met Mission Zero; een programma dat ervoor moet zorgen dat het bedrijf in het jaar 2020, geen enkele negatieve impact meer heeft op de aarde. En het ziet ernaar uit dat ze in dat jaar inderdaad kunnen zeggen: ‘Mission completed’.
Het verhaal van Interface bewijst dat denken vanuit duurzaamheid een slimme business case kan opleveren. Het bedrijf is creatief en maakt slim gebruik van cross-sectorale kruisbestuivingen, met bijvoorbeeld Ngo’s. Zoals het NetWorks project: een inclusief inkoopprogramma waarbij afgedankte visnetten (in zee, op het strand) als grondstof dienen voor Interface tapijttegels. De visnetten dienen als oud materiaal voor een leverancier van garens die een machine heeft ontwikkeld om deze garens opnieuw bruikbaar te maken. Vissers op de Filipijnen, en inmiddels ook in Kameroen, zamelen kapotte visnetten in en worden zo grondstofleverancier voor Interface tapijttegels. Ze herstellen daarmee hun eigen leefomgeving, krijgen extra inkomen, kunnen sparen en krijgen een beter bestaan. Het lijkt een sprookje, maar het is een ‘true story’.
VIRTUEEL BOERDERIJBEZOEK
Na de tapijten, stapte ik in Waddinxveen in de wereld van de EOSTA, een internationale distributeur van verse biologische groente, fruit en sappen. Een bedrijf dat de consument inzage geeft in de verhalen van de producenten en telers zelf. Dit doet zij via het “trace & tell” systeem van Nature & More dat consumenten complete transparantie biedt over biologische producten, afkomstig van verschillende continenten. Op de website kun je als consument een virtueel boerderijbezoek brengen en kennismaken met de aangesloten telers van de biologische groenten en fruit. Ook kun je zelf aan de hand van een zogenaamde “duurzaamheidsbloem” checken hoe een producent omgaat met aarde, water, lucht, planten, dieren en energie (de blaadjes van de bloem) en sociale duurzaamheid (het hart van de bloem). Deze “power flower” is het model waarmee EOSTA de duurzame prestaties van de biologische telers evalueert en communiceert. Met Nature & More krijgen consumenten de mogelijkheid om zelf een bewuste koopkeuze te maken. Hoe het precies werkt? Ga snel een kijkje nemen op. Je wordt er echt enthousiast van!
AUTHENTIEK, VERBINDEND EN TRANSPARANT
Wat hebben deze verhalen gemeenschappelijk? Deze verhalen zijn authentiek, transparant, inspirerend, verbindend, enthousiasmerend (voor medewerkers, klanten en leveranciers), en informeren op een manier die de toehoorder betrekt bij de passie van een organisatie. En ze zetten velen aan tot actie. Geven je het gevoel dat iedereen op zijn eigen manier een kleine steen kan verleggen in een rivier zodat deze uiteindelijk anders stroomt.
HET NIEUWE RAPPORTEREN
Transparantie is volgens mij de grootste kracht om de toehoorder te bereiken. Je biedt de consument, de investeerder, de NGO eerlijke informatie op basis waarvan hij/zij zelf tot een afweging komt. Je biedt inzicht in wat jou als ondernemer drijft, in de stappen die je zet en de dilemma’s waar je tegenaan loopt. Je laat zien welke bijdrage jij vanuit jouw visie wilt leveren.
De ongelofelijk ingewikkelde, tijdrovende, jaarlijkse (duurzaamheids) rapportageprocessen (waar in toenemende mate zelfs assurances over afgegeven worden) zullen om verschillende redenen (voor met name de grotere bedrijven) belangrijk blijven. Bijvoorbeeld om intern een beweging op gang te krijgen, keuzes te maken en te leren. Of om investeerders informatie te verschaffen op basis waarvan zij investeringsbeslissingen kunnen nemen. In mijn ogen is in de rapportages, om de ontvanger te informeren, te betrekken en te overtuigen en de bezieling van een bedrijf te laten voelen, meer informatie over de stip op de horizon die een bedrijf heeft gezet wenselijk. Over de weg die het bewandelt naar transformatie, over zijn rol en impact in de maatschappij.
Verder denk ik dat met de snelheid van ontwikkelingen vandaag de dag (denk aan social media, de smartphones), een eenmalige momentopname per jaar via een jaarverslag steeds minder interessant wordt. Ik denk dat de toekomst meer bij real-time monitoring en communicatie ligt.
En tot slot, is in mijn ogen niet alleen het verhaal van de onderneming zelf, maar juist dat van de spelers in de keten van grote waarde. Laat hen, de kleine boer in Ethiopië, de jonge vrouwen in de naaiateliers in Bangladesh, de fabriekseigenaar in China, zelf real time vertellen over de veranderingen die zij wel of niet ervaren in hun manier van werken, hun arbeidsomstandigheden, hun leven of dat in hun gemeenschap, want daar kan uiteindelijk geen enkele Key Performance Indicator tegenop!
Zie ook mijn eerder blog over DUURZAME VERHALEN met o.a. het verhaal van koffiebranderij Peeze, dat je meeneemt naar de bron van koffie/thee.