Traducción del blog: venezolanos migrantes en colombiafinal_espanol
Tijdens mijn laatste reis naar Colombia in november 2018, nam ik deel aan de Feeding the Cities-conferentie, één van de vele evenementen tijdens de handelsmissie waaraan Minister-President Mark Rutte en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, deelnamen. Na het luisteren naar de ideeën van de Colombiaanse en Nederlandse regeringen over duurzame landbouw, naar bedrijven die programma’s uitvoeren die bijdragen aan de duurzaamheid van de voedselproductie en het verhaal over Manq’a, kregen de 150 deelnemers een aantal heerlijke Colombiaanse snacks geserveerd, bereid door de afgestudeerden van de Manq’a school in Bogotá (lees meer over Manq’a in mijn eerdere blogs).
Isaac: een Venezolaanse migrant in Colombia
Eén van de aanwezige koks was Isaac Aranguren, een Manq’a afgestudeerde met de Venezolaanse nationaliteit, die net als miljoenen Venezolanen, besloot te migreren uit zijn land dat geteisterd wordt door een economische, politieke en sociale crisis. Hij besloot te emigreren, omdat hij zich onveilig voelde in Venezuela en niet meer in staat was zijn gezin (zijn vrouw die zwanger was toen hij Venezuela verliet en hun twee kinderen), in basisvoorzieningen te voorzien. Dit als gevolg van de hoge inflatie in het land en het gebrek aan nieuw aanbod op de markten in Caracas, waar Isaac woonde.

Een schrijnende humanitaire crisis
Het werd me duidelijk dat het thema migratie enorm voelbaar is in Colombia en in de rest van Zuid-Amerika. Een realiteit met veel gevolgen. Televisieprogramma’s berichten alle dagen over de dagelijkse karavaan van mensen die proberen te overleven. Isaac is één van de vele Venezolanen die op zoek zijn naar een betere toekomst buiten eigen land. Deze migratie wordt inmiddels beschouwd als een humanitaire crisis gezien het groot aantal migranten en de erbarmelijke en kwetsbare omstandigheden waarin zij zich bevinden zonder gezondheidsvoorzieningen, voedselzekerheid, inkomen en opleiding.
Na mijn ontmoeting met Isaac en het lezen van enkele krantenartikelen, wilde ik meer weten en sprak ik met Colombianen over wat zij weten over deze situatie en hoe zij deze ervaren. Een van hen was Omar Rojas Bravo, socioloog, met wie ik vervolgens gezamenlijk deze blog schreef.
Colombia, de belangrijkste toegangpoort
Colombia is de belangrijkste toegangspoort vanuit Venezuela tot Zuid-Amerika. Colombia ligt direct naast Venezuela en heeft de langste landgrens met het land, wat reguliere migratieprocessen vergemakkelijkt door de nationale grenspunten die er al zijn. Er zijn ook genoeg secundaire wegen, en mensen komen ook binnen via de bergachtige gebieden, de jungle, woestijn en over de rivieren. Omdat deze twee landen dezelfde taal delen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Brazilië, Guyana en de Caribische eilanden (de andere landen die grenzen aan Venezuela), is Colombia ook favoriet. Daar komt bij dat een groot deel van de migranten de Colombiaanse – Venezolaanse nationaliteit heeft, wat mobiliteit tussen deze twee landen vergemakkelijkt.
De meeste Venezolaanse emigranten passeren de grens met slechts dat wat ze kunnen dragen. Zij doorkruisen het land om grote steden als Bogotá, Medellín, Cali en Cartagena te bereiken; of om door te gaan naar buurlanden en de regio, zoals Panama (en Midden-Amerika), Peru en Ecuador (in Zuid-Amerika). In het Nederlandse nieuws horen we al langer over migranten die de eilanden (Curaçao, Aruba, Bonaire) voor de kust van Venezuela met bootjes proberen te bereiken, en waar geen enkele capaciteit is om hen fatsoenlijk op te vangen.
Deze lange reisdagen hebben vooral invloed op de gezondheid van kinderen, die in gezondheidscentra worden behandeld voor problemen van ondervoeding en uitdroging. De humanitaire crisis van de Venezolaanse migranten in de regio, die al sinds 2015 gaande is en die de laatste jaren enorm is toegenomen, kan niet voldoende rekenen op programma’s of beleid voor internationale hulp en bescherming in de landen waar ze aankomen. “Colombia is, in tegenstelling tot andere landen in de regio, nooit een land van immigranten geweest, en zeker niet in deze omvang.” (Semana 2018, zie het volledige artikel hier). Integendeel, het is een land waar mensen emigreerden op zoek naar politiek asiel of bescherming als gevolg van het interne gewapende conflict, de actieve guerrilla en de ELN, paramilitaire groepen en drugshandelaren.
Dit heeft als gevolg dat er in Colombia onvoldoende infrastructuur is voor de opvang van immigranten, waardoor veel Venezolanen op straat en in de open lucht slapen. Het land heeft geen efficiënt systeem om de situatie van migranten te reguleren. Dit beperkt de mogelijkheden voor het geven van financiële steun of het verlenen van basisdiensten zoals onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, voedsel of toegang tot de arbeidsmarkt. Pas tegen het einde van 2017 werd de Speciale VerblijfsVergunning (PEP) geïntroduceerd, die juridische verblijfsdocumenten voor migranten biedt. Op dit moment tracht de regering de meer dan één miljoen Venezolanen die zich in verschillende steden van het land bevinden, een vergunning te geven en hun situatie te regulariseren. Een flinke klus!
Wantrouwen, ongemak en afwijzing
Aan de andere kant, en zoals ook te zien in andere continenten met grote migratiestromen zoals in Europa of de VS, zijn er in Colombia geluiden van vreemdelingenhaat, van ongemak. Deze worden o.a. gevoed door negatieve gevoelens over arbeidsconcurrentie waarin Venezolanen bereid zijn om voor minder geld te werken dan de Colombianen, zelfs onder de minima zoals vastgesteld door arbeidswetgeving in het land. Geïsoleerde gevallen van Venezolanen die misdaden plegen in Colombia of die schulden aangaan, worden in de media breed uit besproken. Wantrouwen en afwijzing van migranten door Colombianen wordt hierdoor gevoed.
Precaire situatie van Venezolaanse migrantenmeisjes en -jongens
Geconfronteerd met deze humanitaire migratiecrisis, wordt de situatie van Venezolaanse migrantenmeisjes en jongens als bijzonder precair beschouwd: “Officiële cijfers schatten dat meer dan 100.000 kinderen en adolescenten zijn gemigreerd” (Semana, 2018). Kinderen gaan voor een langere periode niet naar school. Meer en meer wordt in de pers en in sociale netwerken door het maatschappelijk middenveld gerapporteerd over sexueel misbruik van deze kinderen. Colombia Vuela Libre rapporteerde over illegale seksuele uitbuitingsnetwerken waarbij onder de slachtoffers kinderen en migrantenmeisjes werden getroffen. “Het Colombiaanse kinderbeschermingsagentschap (ICBF) identificeerde van maart tot juni van afgelopen jaar 350 Venezolaanse kinderen die het slachtoffer waren van kinderarbeid in Colombia.” (Moloney, 2018 in Noticias Principales).

Colombia heeft in het algemeen grote moeite om de commerciële netwerken voor seksuele uitbuiting van en handel in meisjes en jongens snel te identificeren, te volgen en vervolgen. Ondanks de geleverde inspanningen slagen ze er nog niet in doeltreffende beschermingsmechanismen te creëren zodat kinderen uiteindelijk niet in de ergst mogelijke vormen van uitbuiting terecht komen. De situatie van Venezolaanse jonge meisjes, jongens en adolescenten die het land binnenkomen is voor de nationale autoriteiten des te ingewikkelder.
Sympathieke reacties
Ondanks de moeilijke context die gepaard gaat met een humanitaire crisis, hebben de Colombiaanse staat, het maatschappelijk middenveld, ngo’s, sociale ondernemingen en kerken tal van positieve initiatieven ondernomen om te reageren en het Venezolaanse volk te helpen.
Publieke figuren, zoals de zanger Carlos Vives, zijn in samenwerking met UNHCR en de Stichting Somos Panas een media-campagne gestart om bewustzijn en begrip te vergroten onder de Colombiaanse bevolking over de dramatische situatie waarin de Venezolaanse immigranten in Colombia zich bevinden. Ook is de aanwezigheid van een aantal al in Colombia actieve (humanitaire) NGO’s zoals de Fundación Plan in het grensgebied met Venezuela toegenomen. Zij bieden de eerste hulp aan Venezolanen die het land binnenkomen. Veel Colombianen bieden individuele support aan de Venezolanen die te voet de grens oversteken. In de (sociale) media herhalen de beelden zich van Colombianen die aan wandelaars voedsel, water, kleding en schoenen aanbieden. Een virale campagne op Twitter #UnChallengePorVenezuela, nodigt mensen uit tot een solidariteitsactie voor een Venezolaanse burger.

En Isaac? Hij vond in Manq’a de mogelijkheid om het koksvak te leren. Hij werkt op dit moment op de school als logistiek operator en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van cateringevenementen, zoals die plaatsvond tijdens het Feeding the Cities event. Met het salaris dat Isaac ontving, kon hij zijn hele familie naar Bogotá over laten komen, inclusief zijn dochter die werd geboren in de tijd dat hij alleen was in Colombia.
Tot slot, er is veel toegenomen angst in de regio als gevolg van recente politieke gebeurtenissen, zoals de niet-erkenning van de nieuwe termijn van Nicolás Maduro (verkregen op 10 januari), door de regeringen van o.a. Brazilië , Colombia, Ecuador, Argentinië, Peru. Geconfronteerd met deze realiteit, is er veel onzekerheid over de toekomst van de Venezolanen die zijn geëmigreerd, en steeds minder garanties hebben om naar hun land terug te keren. Daarom is het belangrijk dat de internationale gemeenschap zich uitspreekt over deze situatie in Colombia (en voor wat betreft de Nederlandse regering, ook op de Antillen!), en (humanitaire) hulp verleent aan deze groeiende crisis waarvoor helaas op korte termijn geen oplossing zal zijn.
Omar Rojas Bravo en Machteld Ooijens, Partnering for Social Impact