DE EERLIJKE AGENDA VAN BRAZILIË

_DSC3905Deze blog is geschreven in 2014 na een reis met ICCO naar Brazilië, maar is nog even actueel!

Vraag een Nederlander naar zijn eerste reactie op het woord Brazilië en de kans is groot dat hij of zij voetbal (de Copa 2014!), samba, carnaval, Olympische spelen 2016 of misschien favela zegt.

Als die Nederlander veel in internationale kringen verkeert, zal het gesprek ook snel gaan over Brazilië als economische wereldmacht, wereldleider in de productie van landbouw- en voedingsmiddelen, en in de energiesector (zowel olie, gas als alternatieve bronnen). Een land dat in een adem genoemd wordt met China, India en Zuid-Afrika. De relatie van Nederland met Brazilië gaat sinds kort vooral over investeringen, handelsmissies en kansrijke export voor Nederlandse ondernemers.

Wat moet een Nederlandsse organisatie als ICCO in zo’n ‘emerging economy’ waar het ‘booming business’ is? Waarom zouden deze willen blijven werken in Brazilië? Wat kan die daar betekenen?

Na mijn recente reis naar Brazilië, een geweldig land waar ikzelf een jaar lang mocht wonen, wil ik die vragen beantwoorden.

MINDER INTELLIGENT?

Mijn bezoek aan de Observatorio do Favelas in de Maré (een van de grootste favelas) in Rio de Janeiro leert me dat in Brazilië per jaar 50.000 mensen om het leven worden gebracht, voornamelijk Afro-Braziliaanse mannelijke jongeren uit de stad.

Verder lees ik in de cijfers van het IBGE (Instituto Brasileiro de Geografia e Estatística, dat om de 10 jaar uitgebreid statistisch onderzoek doet) dat van het totaal aantal landbouwbedrijven, 84,4% (4.367.902 bedrijven) in handen is van familiale boeren en slechts 15,6% (807.587 bedrijven) van de agro-business. Tegelijkertijd hebben die 84,4% familiale bedrijven toegang tot slechts 24,3% van de beschikbare landbouwgrond, terwijl de 15,6% grootgrondbezitters maar liefst 75,7% van het beschikbare landbouwareaal benutten. Veel schever vind je het niet.

Tot mijn verbazing hoor ik van een mensenrechtenorganisatie dat ruim een vijfde van de Brazilianen nog altijd denkt dat de inheemse bevolking minder intelligent is dan andere Brazilianen.

VERBETEN STRIJD

Geen wonder dat de Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra (afgekort MST, de beweging van landloze boeren, al meer dan 20 jaar een ICCO partner), nog steeds een verbeten strijd voert om land en hervorming van het bestaande landbouwmodel. In haar 30-jarige bestaan heeft MST grove aanvallen te verduren gehad van de politie, justitie en de media. Ongeveer 1.600 landarbeiders zijn de laatste twintig jaar gedood, onder wie zo’n 100 MST-activisten. In 1996 maakte de gerenommeerde Braziliaanse fotograaf Sebastião Salgado een indrukwekkende reportage van de massamoord op landarbeiders die demonstreerden in de staat Pará.

ONGELIJKE GROEI

Er zijn belangrijke verbeteringen in gang gezet onder leiding van Arbeiderspartij-regering van voormalig President Lula. Zo zijn voor de familiale landbouw kredietlijnen beschikbaar gekomen tegen lage rentes, er zijn programma’s opgestart en uitgevoerd, zoals Minha Casa Minha Vida (waarmee vele boeren hun onhygienische houten hut konde verruilen voor een mooi stenen huis); het Programa de Aquisição de Alimentos (wat een enorme dynamisering van lokale productie en afzet van voedselgewassen van de familiale boeren bracht); en de Bolsa Familia (de basis uitkering, wat de lokale economie in arme streken in het binnenland een enorme impuls heeft gegeven en doen opleven). De cijfers van de IBGE laten tegelijkertijd zien dat de huidige president Dilma Roussef nog een stevige agenda voor zich heeft.

Het is duidelijk dat economische groei niet automatisch leidt tot respect voor mensenrechten. Groei is er in Brazilië. Maar met ongelijkheid.

ACHTELOOS

Dit dubbele gezicht van Brazilië treft mij tijdens mijn reis ook als ik ‘s avonds ga eten in de bruisende wijk Lapa, in het oude centrum van Rio. Mooie mensen, lekker eten, overal muziek en lachende, drinkende, swingende mensen. De volgende ochtend: hetzelfde Lapa, een ander beeld. De bars zijn gesloten en op de stoep moet ik uitkijken dat ik niet op het slapende lichaam van een laveloze man stap, wiens kleren tot op de draad versleten zijn. Rijk en arm leven in Brazilië vlak naast elkaar en de meeste mensen stappen achteloos over de armoede van hun medemens heen.

DE AZIJNOPSTAND

De gesprekken die ik had met ICCO’s regionale adviesraad, collega’s van het regionale team en verschillende partnerorganisaties gingen over o.a. deze andere kant van Brazilië. Het Braziliaanse lid van de regionale raad deelt haar ideeën over de onrust in de grote steden sinds de afgelopen zomer. Deze ‘azijnopstand’ – naar de azijn die mensen gebruiken om de effecten van traangas te bestrijden – verspreidt zich door het hele land. De prijsverhoging voor het openbaar vervoer en de ergernis over de verkwistende uitgaven voor het WK voetbal in 2014 vormen de aanleiding. Maar daaronder smeult een vulkaan van sociale onrust. Eén miljoen mensen protesteerde tegen de aanhoudende corruptie van de autoriteiten en eiste een beter gezondheids- en onderwijssysteem. De christelijke politicus die homo’s wil ‘genezen’ maakt mensen woedend. Hun vertrouwen in collectieve actie groeit, zeker nadat de tarieven van het openbaar vervoer werden verlaagd.

De gedeelde frustraties leiden vooralsnog niet tot een gezamenlijke agenda. Interessant is dat de protesten anders van karakter zijn dan voorheen: de bevolking werd via social media gemobiliseerd; betrokkenheid van politieke partijen werd stellig afgewezen; het merendeel van de demonstranten wil vreedzaam demonstreren. Deze strijd om een nieuwe vorm van democratie, voor de zelforganisatie van de bevolking en tegen politiegeweld, heeft ook de ngo’s en politieke partijen verrast. Zij erkennen dat dit hen noodzaakt na te denken over hun eigen rol nu en in de toekomst.

GEDRAG VERBETEREN

ICCO steunt organisaties en bewegingen die er bij de regering voor pleiten om recht te doen aan alle Brazilianen, ongeacht hun sociale status. ICCO steunt o.a. Ethos, dat bedrijven oproept hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen én ze helpt hun gedrag te verbeteren. En ISA (Instituto Socioambiental), die een zeer sterke lobby voert en de publieke opinie beinvloedt. Deze Braziliaanse organisaties kunnen hun ervaringen met ontwikkelingsprocessen, innovaties, mensenrechten delen met organisaties in Colombia, Peru en zelfs Angola. Samenwerking met internationale ngo-netwerken, regeringen, bedrijven en zeker ook met de groeiende middenklasse maakt systeemverandering mogelijk.

Brazilië heeft geweldige mogelijkheden om armoede en onrecht tegen te gaan. Niet alleen in eigen land, ook als opkomende wereldmacht. ICCO hoeft niet in Brazilië te blijven om te financieren. Geld is er genoeg (Brazilië geeft inmiddels zelf elders hulp) en Brazilië kan haar eigen diensten verzorgen. Maar dat is de theorie.

UITSLUITING TEGENGAAN

Om de bestaande sociale ongelijkheid te blijven agenderen, om oplossingen mee aan te dragen voor een eerlijke agenda, dienen maatschappelijke organisaties onderzoek te doen, campagnes te voeren, het beleid te beïnvloeden en ervoor te waken en mede mogelijk te maken dat regering en private sector daar en internationaal hun bijdrage leveren aan het tegengaan van sociale uitsluiting.

Degenen die nu de macht in handen hebben zitten namelijk niet aan de onderkant van de samenleving. Zij zullen moeten inleveren en zijn daar niet spontaan toe bereid. Om veranderingen tot stand te brengen is kwalitatieve en sterke lobby nodig. Het ondersteunen en versterken van lokale maatschappelijke organisatie met een agenda die lokaal moeilijk financierbaar is, nl. die van groei, herverdeling én recht is een uitstekende functie die ICCO wil vervullen.