GAAT MYANMAR EEN DUURZAME TOEKOMST TEGEMOET?

myanmar

Na een reis in 2013 schreef ik de volgende blog.

Een land dat zich na jaren van isolement stap voor stap begint te openen voor de rest van de wereld: Myanmar. Het land is bezig met een ware inhaalrace, op economisch vlak welteverstaan, want de mensenrechten blijven nog achter.

Zo hoor ik van de regionale adviesraad die bijeen is in Myanmar. In deze raad zitten onafhankelijke, welbespraakte en zeer ervaren adviseurs uit de regio (Thailand, de Filippijnen, Indonesië, en Cambodja). Zij adviseren ICCO over haar strategieën, beleid en de toekomstige koers van de organisatie.

Tijdens mijn reis door Myanmar ontmoet ik ook verschillende lokale partnerorganisaties, die vol passie vertellen over de huidige situatie in Myanmar, die razendsnel verandert. Dat is voelbaar voor wie het land bezoekt, want ontmoetingen als deze moesten tot voor kort in alle voorzichtigheid plaatsvinden. Nu praten we over het bouwen aan democratie, over lobby voor betere wetgeving en over het recht op toegang en beschikbaarheid van goed voedsel.

De economische blokkades van het land zijn opgeheven. Menig buitenlands investeerder weet hoeveel geld er is te verdienen in een land vol natuurlijke hulpbronnen en goedkope arbeidskrachten. De lonen liggen stukken lager dan in China of Vietnam. De ligging is economisch strategisch – grenzend aan de twee grootste groeimarkten van de wereld: India en China, en met een verbinding naar de zee. Er wonen naar schatting 59 miljoen mensen, van wie 65 procent jonger dan 35 jaar, die decennialang afgesloten waren van Westerse producten.

In 2015 hopen de Asean-landen – waar Myanmar ook toe behoort– een douane-unie te worden waarbij alle handelsblokkades worden afgeschaft en regionale oplossingen worden gezocht door intensievere regionale samenwerking.

Tegelijkertijd is de mensenrechtensituatie in het land nog altijd slecht. Ook kent het land scherpe tegenstellingen tussen etnisch verschillende groepen, die onlangs in het noorden nog tot gevechten leidden, waarbij de overheid de eigen bevolking bombardeerde. De schrik zit er bij onze partnerorganisaties ter plaatse goed in. Dat maakt ze onzeker over de mate waarin politieke en economische hervormingen doorgezet zullen worden.

In 2011 droeg Than Shwe’s militaire junta na negentien jaar de macht over aan een door burgers geleide regering onder president Thein Sein. De nieuwe grondwet, en de verkiezingen van 2010 hebben een verandering teweeg gebracht in het politieke landschap. De militairen spelen achter de schermen nog een belangrijke rol, maar er is een voorzichtig begin gemaakt met het opzetten van structuren die ruimte bieden aan democratische krachten in het land. Er zijn nauwelijks militairen op straat, mensen zijn mondiger en minder angstig dan voorheen. Bij de overheidsdiensten werken steeds meer niet-militairen en goed geschoolden komen terug naar Myanmar.

Daardoor merk ik in gesprekken met vertegenwoordigers van partnerorganisaties dat velen hoopvol zijn over de ontwikkelingen in het land.  Op straat en op het platteland lijkt er steun voor Aung Suu Kyi, die op 27 mei 1990 met haar partij 82% van de stemmen kreeg, maar vervolgens jarenlang huisarrest kreeg van de militaire junta. De Nobelprijswinnares voor de vrede (1991), in 2010 vrijgelaten en bij de vrije verkiezingen op 1 april parlementslid geworden, prijkt op t-shirts, koffiemokken. Voor sommige etnische groepen is haar vrijlating een hoopgevende mijlpaal, maar de overheid nam haar haar strijd voor de rechten van minderheden niet in dank af. Ze vermijdt het onderwerp sindsdien, waarmee ze steun verliest bij de etnische minderheden, en ik hoor ook tijdens andere gesprekken twijfel of ze het gaat halen bij de verkiezingen.

Verschillende hotels hebben, in tegenstelling tot de verhalen vooraf, een goede internetverbinding. In het straatbeeld duiken mobiele telefoons op, en dat zal uiteraard een vlucht nemen. Grote investeringsprojecten en infrastructurele projecten staan op stapel en de eerste luxere restaurants, appartementen en hotels zijn verschenen. Als je op straat rijdt zie je aankondigingen van bouwprojecten, je ziet grote bouwwerkzaamheden. Ik vind het wel fascinerend en hoopvol tegelijkertijd dat Myanmar geleerde lessen uit naburige landen meeneemt en aandacht heeft voor duurzame groei en gelijkheid.

Maar hoe profiteert de bevolking hier van? Met name de middenklasse, zo wordt mij verteld, houdt vooralsnog de bureaucratie en de oude regels in stand. Dat is te merken als ik met de raadsleden en ICCO collega’s halverwege de week een partnerorganisatie bezoek. Op 2,5 uur rijden van de oude hoofdstad  Yangon. Onder begeleiding van een overheidsbeambte (die 3 kopietjes van ons paspoort heeft), mogen we op stap en anders niet!

De maatschappelijke organisaties met wie ICCO samenwerkt staan voor grote vragen en mogelijkheden. Maar de crux lijkt om zowel bij de economische als de politieke, sociale ontwikkelingen de burgers te betrekken. Daarbij is het versterken van het maatschappelijk middenveld nodig om de samenleving op duurzame wijze te ontwikkelen. En dat is precies waaraan we met onze partners werken, zo heb ik deze week weer kunnen zien.